Mini-pupillen
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Het is simpel gezegd en niemand zal het tegendeel beweren. De grote vraag blijft alleen: hoe krijg je de jeugd binnen? Enkele factoren zijn hierbij niet te beinvloeden. De vergrijzing van de samenleving heeft uiteraard een nadelige invloed op het aantal jeugdsporters. Ook de toenemende individualisering leidt ertoe, dat kinderen eerder aan een solosport gaan doen dan aan een teamsport en dat ze sneller geneigd zijn van sport te veranderen. En toch is minipolo in Nederland een groot succes.
Introductie van het minipolo
Met name het waterpolo in Nederland had het afgelopen decennium te kampen met een sterk dalend aantal jonge beoefenaars. Een en ander was voor de KNZB aanleiding om te zoeken naar een oplossing om deze ontwikkeling een halt toe te roepen. Het resultaat van die zoektocht leidde onder meer tot de introductie van het Minipolo. Zonder al te veel belemmerende regels kunnen kinderen vanaf zes jaar op een speelse manier kennis maken met waterpolo.
Uit onderzoek is gebleken dat het 'echte' waterpolo niet (meer) aansluit op kinderen van zes a zeven jaar. Het wordt bijvoorbeeld als 'te ingewikkeld en te hard ervaren'. Zonde, want juist in deze leeftijdsgroep heeft het waterpolo een ideale mogelijkheid om een voorsprong te nemen op andere sporten. Per jaar zijn er immers in Nederland zo'n 30.000 kinderen die zwemmen moeten leren. Allemaal potentiele waterpoloers/ sters, die dankzij het Minipolo weer nadrukkelijk in beeld kunnen komen bij uw vereniging!
Minipolo in een notedop
In het gehele waterpolojeugdplan van de KNZB (waarvan het Minipolo het fundament is) wordt het principe van spelend leren gehanteerd. Het spel staat centraal, (nog) niet de vaardigheden. Die worden 'automatisch' geoefend in allerlei spelvormen. Hoewel de basiselementen hetzelfde zijn als bij het 'gewone' waterpolo, mag bij minipolo (bijna) alles. Zo is het in de jongste leeftijdsgroep toegestaan de bal met twee handen te spelen, hebben de teams geen vaste keeper en mogen de kinderen staan. De scheidsrechter (bij het minipolo 'spelleider' genaamd) treedt eigenlijk alleen op om het spel zo leuk mogelijk te laten verlopen. Er wordt gespeeld op verkleinde speelveldjes en met aangepast materiaal (doel, bal, speelveld) Er zijn drie leeftijdscategorieen onder de 12 jaar, waarbij voor elke categorie een aangepaste spelvorm (+ dito spelregels) geldt en de 'lat' steeds een tikkeltje hoger wordt gelegd.
Pupillen 1 (6-7 jaar)
Een zeer klein ondiep speelveld met kleine doeltjes (120 cm lang) en ploegjes van drie kinderen. De wedstrijden vinden alleen plaats in toernooivorm.
Pupillen 2 (8-9 jaar)
Een zeer klein diep speelveld met kleine doeltjes en ploegjes van vier kinderen. Ook hier vinden de wedstrijden plaats in toernooivorm.
Pupillen 3 (10-11 jaar)
Een verkleind speelveld met verkleinde doeltjes in ploegjes van vijf kinderen. De wedstrijden worden zowel in toernooivorm als in competitieverband gehouden.